Wie op jacht gaat met een jachtvuurwapen moet bij controle kunnen bewijzen dat hij/zij dit wapen op een wettelijke manier vervoert, draagt, gebruikt. Dit kan slechts door het bij de controle voorleggen van het geldige jachtverlof. Art. 13 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991 stelt dan ook: “Wie met het geweer jaagt, moet het jachtverlof bij zich dragen. Het jachtverlof is persoonlijk; het is maar geldig voor één jaar, te rekenen vanaf 1 juli.
Ofwel is men reeds in het bezit van een geldig Vlaams jachtverlof geldig voor het jachtseizoen dat voorafgaat aan het jachtseizoen waarvoor men een nieuw jachtverlof aanvraagt, ofwel heeft men reeds een Vlaams jachtverlof bekomen voor een vroeger jachtseizoen dan het vorige en heeft men een geldig getuigschrift uitgereikt in het Vlaams Gewest waaruit blijkt dat de aanvrager geslaagd is voor het praktische gedeelte van het jachtexamen, ofwel lukt de aanvrager in het Vlaams jachtexamen theorie en praktijk waarvoor hij/zij een officieel getuigschrift ontvangt en dan kan men een Vlaams jachtverlof aanvragen bij de door de Vlaamse overheid aangeduide bevoegde ambtenaar.
Opmerking: een bewijs van slagen voor het jachtexamen in de volgende landen of gewesten is gelijkwaardig aan het geldig Vlaams getuigschrift: het Waalse Gewest (getuigschrift vanaf 1 januari 1998), Nederland, Groot Hertogdom Luxenburg, Frankrijk (getuigschrift vanaf 1 januari 2003), Duitsland, Oostenrijk. De bevoegde minister kan een bewijs van slagen voor het jachtexamen uitgereikt in andere Europese lidstaten gelijkstellen aan het Vlaamse getuigschrift na het aantonen van de andere lidstaten van de gelijkwaardigheid voor hun concrete situatie.
Een geldig jachtverlof uitgereikt in het Waalse Gewest, Nederland en het Groothertogdom Luxemburg en dat geldig is voor het jachtseizoen waarvoor het Vlaamse jachtverlof wordt aangevraagd is gelijkwaardig aan het Vlaamse jachtverlof.